’
Een nieuwe rol op de energiemarkt: ‘Als CSP’er werken we aan een toekomst met meer flexibiliteit’
Met het ‘ACM-codebesluit congestiemanagement’ van 25 november, is er een nieuwe rol bijgekomen op de energiemarkt, namelijk die van Congestie Service Provider (CSP). Zij fungeert als een tussenpartij die namens marktpartijen afspraken maakt met netbeheerders. Daarbij gaat het over hoe vaak en tegen welke vergoeding de bij de CSP aangesloten partijen helpen bij het voorkomen van congestie op het elektriciteitsnet. Rob Biemans, projectmanager congestie, en Jesse Schrama, productontwikkelaar op het gebied van flexibiliteit, werken beiden voor energiemaatschappij ENGIE, een van de CSP’s waar de netbeheerders mee samenwerken. Enexis ging met hen in gesprek over hun rol als CSP.
Wat doet een Congestie Service Provider precies?
Simpel gezegd probeert een CSP congestie of opstopping op het stroomnet te voorkomen. ENGIE is de tussenpersoon voor netbeheerders en hun klanten, zoals bijvoorbeeld een tuinder. We vragen klanten bijvoorbeeld om op bepaalde momenten minder energie te leveren of juist wat meer te verbruiken om zo ophoping op het stroomnet te voorkomen.
ENGIE is in dit geval tussenpersoon, en dus CSP, maar kan zelf ook aan de knoppen draaien. We hebben zelf flexibiliteit beschikbaar in ons portfolio, namelijk regelbare gascentrales, zonneparken en windparken. Die kunnen we inzetten om pieken op te vangen, maar onze prioriteit ligt steeds meer bij het leggen van contacten met bedrijven in gebieden waar congestie dreigt op te treden. We proberen die bedrijven te verleiden om mee te werken om congestie te voorkomen.
Wat zijn de grootste uitdagingen voor een CSP?
Het motiveren van klanten om mee te doen is wellicht de allergrootste uitdaging. We vragen bedrijven die niet dagelijks met energie bezig zijn om stappen op een onbekend terrein te zetten. In de basis is het niet zo lastig: je krijgt een vergoeding voor meer of minder afnemen of meer of minder produceren. In de praktijk is het logischerwijs anders. We zien vaak dezelfde vragen langskomen: ‘Hoe ziet zo’n contract eruit?’, ‘Wat wordt er precies in zo’n contract afgesproken?’, ‘Hoe zitten de afspraken precies in elkaar?’ Allemaal logische vragen en de antwoorden zijn voor alle partijen anders. Dus we moeten letterlijk deur voor deur langs bij potentiële bedrijven.
Bijkomende uitdaging: mensen die het probleem moeten oplossen, hebben het probleem zelf niet. Klanten die wachten op verzwaring of een aansluiting, díe hebben het probleem. Zij kunnen niet uitbreiden, niet bouwen of geen zonnepanelen plaatsen. Om verduurzamings- of uitbreidingsplannen te laten slagen, heb je de hulp nodig van bedrijven die hun contracten en voorzieningen al wel op orde hebben. Soms hebben zij ook eigen stroomopwek waar een verdienmodel achter zit. Voor hen ontbreekt een drive om mee te werken. Je dient ze met een financiële prikkel en vanuit een goed gevoel te overtuigen om er zo voor te zorgen dat hun buurman ook aan de slag kan. Zeker op de zakelijke markt is dat lastig.
Wat is er nodig om congestiemanagement te laten slagen?
De rol van CSP bestaat nog maar kort, dus we zitten in een leerproces. We zijn al wel tegen een aantal zaken aangelopen, maar het belangrijkste is dat er een omslag in mindset moet komen. Op veel plekken zien we dat de vraag naar transportcapaciteit harder groeit dan het elektriciteitsnet aan kan. Nederland matcht op dat gebied steeds minder goed. Tegelijkertijd zie je nu dat stroom op bepaalde tijdstippen goedkoper is en dat sommige bedrijven met variabele tarieven hun productie verplaatsen naar goedkopere uren, bijvoorbeeld als het veel waait of de zon schijnt. Bedrijven bij wie we dit kan, zijn dus flexibel. Die zouden de flexibiliteit ook kunnen leveren aan de netbeheerder.
Er zit een logica achter dat we als CSP grote bedrijven als eerste benaderen, daar is veel flexibiliteit te halen. Maar als CSP willen we ook nog leren van kleinere bedrijven. Hoe reageert iemand op een contract? Hoeveel moeite kost het om een bedrijfseigenaar te overtuigen? Wat voor vragen komen er op tafel? Weet iemand die meedoet wel écht wat de consequenties zijn? Goede data is daarbij erg belangrijk. Netbeheerders moeten daartoe aangeven waar de komende jaren congestie te verwachten is, welke dagen/uren er congestie is en wat de omvang van het probleem is. Wij kunnen vervolgens kijken of we dan vraag en aanbod kunnen matchen, door ons klantenbestand te analyseren.
Hoe werkt Enexis samen met een CSP?
In principe krijgt de CSP via Enexis te horen waar er congestie optreedt. Aan de CSP de taak om in die regio te zoeken naar klanten die flexibiliteit hebben en die gebundeld aan te bieden bij de netbeheerder. Verder nemen wij als ENGIE deel aan sessies met de netbeheerders over zaken als productontwikkeling en discussies over het model dat achter congestiemanagement kan zitten. Het is voor iedereen nog nieuw. Dus we zijn allemaal nog zoekende naar de beste manier om samen te werken en hoe we het beste informatie kunnen delen. Die gesprekken voeren we niet alleen met Enexis, maar met meer netbeheerders.
Hoe ziet de toekomst eruit voor een CSP?
Uiteindelijk is congestiemanagement een tijdelijke oplossing. De vraag naar stroom blijft stijgen, dus is netverzwaring vaak de beste toekomstbestendige optie. Totdat het zo ver is, is een CSP een belangrijk onderdeel om knelpunten op het net te voorkomen. Hoe die rol er over een paar jaar precies uitziet, moet de tijd uitwijzen. Dat het van alle betrokken partijen om veel inspanning vraagt, is inmiddels wel duidelijk.
Wij als CSP zien het stroomnet van de toekomst als een markt waar flexibiliteit veel waarde heeft. Die benodigde flexibiliteit gaat in de toekomst verder toenemen als we steeds meer zonne- en windenergie gaan gebruiken.
En de ‘gewone’ mensen, merken die straks iets van congestiemanagement?
Dat zou best kunnen. Stel dat je de productie van stroom uit zonnepanelen op wijkniveau kunt afschalen, dan kun je ook per wijk impact maken. Het zijn allemaal kleine druppels die je misschien nodig gaat hebben omdat netverzwaring aanleggen in het hele land nog veel tijd gaat kosten.